“De bahá’ís hebben de afgelopen 44 jaar voortdurend te maken gehad met vervolging vanwege hun geloof”, zegt Bani Dugal, de belangrijkste vertegenwoordiger van de BIC bij de Verenigde Naties. “Maar de huidige versnelling is meer dan verontrustend: tientallen bahá’ís zijn de afgelopen weken gearresteerd, berecht of gevangengezet en het einde is nog niet in zicht. De waarschuwingen die we al maanden geven, komen nu uit. De Iraanse regering moet haar mensenrechtenverplichtingen en hun verantwoordelijkheden jegens alle Iraniërs onmiddellijk nakomen door deze vervolging onverwijld te staken.”
- In Yazd werd op 20 juli bericht dat de heer Nematollah Shadpour, de heer Nima Shadpour en de heer Shafigh Eslami, na te zijn opgeroepen door de gerechtelijke autoriteiten, zijn gearresteerd en naar een onbekende plaats zijn overgebracht. De woningen en bedrijfsruimten van de drie werden doorzocht en enkele persoonlijke bezittingen zijn in beslag genomen.
- In Shiraz werd op 19 juli bericht dat mevrouw Niloufar Hoseini, mevrouw Bahiyyeh Manavipour [Moeinipour], de heer Misagh Manavipour, mevrouw Alhan Hashemi en mevrouw Hanan Hashemi door de veiligheidstroepen zijn gearresteerd en naar een onbekende plaats zijn gebracht. Agenten doorzochten ook hun huizen. Ook de zus van Misagh Manavipour is gedagvaard door de autoriteiten.
- In Teheran werd mevrouw Haleh Gholami op 16 juli naar de Evin-gevangenis gestuurd om een gevangenisstraf van twee jaar uit te zitten nadat ze was verschenen bij de Judgment Enforcement Unit van de Evin-aanklager. Mevrouw Gholami was eerder veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf volgens de tazir-wet – waar de rechter bevoegdheid heeft zelf de straf te bepalen – door afdeling 28 van de Revolutionaire Rechtbank van Teheran. Zij werd beschuldigd van “activiteiten tegen de nationale veiligheid van het land”. Tegen het vonnis was beroep aangetekend, maar de zaak werd in beroep bevestigd door afdeling 26 van het Hof van Beroep van de provincie Teheran.
- In Bojnourd werden op 13 juli drie bahá’ís, mevrouw Sholeh Shahidi en haar twee zonen, de heer Faran Sanaie en de heer Shayan Sanaie, gearresteerd, en hun familieleden hebben bijna een week lang niets gehoord over hun verblijfplaats of situatie. Agenten doorzochten de huizen van deze bahá’ís en sommige bezittingen, waaronder religieuze boeken, laptops en telefoons, werden in beslag genomen. Het huis van een vierde bahá’í in Bojnourd werd ook doorzocht en religieuze boeken werden in beslag genomen.
- Zes bedrijven van bahá’ís in Teheran en Karaj werden zonder duidelijke reden door de autoriteiten gesloten en verzegeld.
- En de afgelopen weken hebben de bahá’ís in Arak van de autoriteiten te horen gekregen dat ze hun doden niet meer mogen begraven op de bahá’í-begraafplaats van de stad.
De BIC meldde vorige maand ook dat sommige van de arrestaties en straffen in Shiraz – die 26 mensen hebben veroordeeld tot in totaal 85 jaar gevangenisstraf – kinderen van hun ouders zouden scheiden. De Iraanse regering blijft doorgaan met de serieuze aanvallen op de bahá’ís van Shiraz, waaronder ook weer een aantal in de afgelopen maand.
“Het Bahá’í-geloof begon in Shiraz, met de verklaring in 1844 door de Báb, een van de grondleggers van de religie”, zei mevrouw Dugal. “Het daar vervolgen van bahá’ís raakt het hart van de geschiedenis en identiteit van de bahá’ís: inderdaad een van de eerste daden van de Islamitische Republiek in 1979 was de vernietiging van het historische huis van de Báb in Shiraz. De Iraanse autoriteiten gebruiken mogelijk de betekenis van Shiraz om een meedogenloze boodschap naar de bahá’í-gemeenschap te sturen. Maar wat hun redenen ook zijn, in Shiraz en in heel Iran moet de regering stoppen met het vervolgen van bahá’ís. De geschiedenis zal hen inhalen.”
Bron: https://www.bic.org/news/persecution-bahais-iran-intensifies-second-month-row