Twee dagen voordat de VN de mensenrechtensituatie in Iran onderzoekt, arresteert de Iraanse regering elf bahá’í-vrouwen vanwege hun geloof
DEN HAAG, 23 januari 2025 – Het laatste schandaal van de Islamitische Republiek Iran tegen de bahá’ís in Iran vond gisterochtend vroeg plaats, toen veiligheidstroepen elf bahá’í-vrouwen arresteerden, zonder arrestatiebevel of voorafgaande kennisgeving, in een reeks schokkende huiszoekingen.
De aangehouden vrouwen – waaronder een paar moeders van jonge kinderen en baby’s, of verzorgers van ouder wordende ouders – zijn eerder veroordeeld vanwege hun geloof. Veiligheidsagenten zouden muren hebben beklommen, buren hebben gedwongen en zich hebben voorgedaan als medewerkers van voorzieningenbedrijven om de huizen van de vrouwen binnen te dringen, waardoor deze vrouwen slachtoffer werden van beangsigende en invasieve doorzoekingen. Buren werden tot stilte geïntimideerd en kinderen in de huizen raakten getraumatiseerd door de operatie.
Tien van de vrouwen werden gearresteerd vanuit hun huizen in Baharestan, vlakbij Isfahan. Maar toen de agenten bij het huis van één van de vrouwen aankwamen, ontdekten ze dat ze niet thuis was. Haar man vertelde hen dat ze op bezoek was bij haar familie in Qarah Village, gelegen in de naburige provincie Chaharmahal en de provincie Bakhtiari. De agenten wachtten bij haar woning in Baharestan tot de middag op haar terugkeer en toen ze niet terugkeerde, gingen ze naar Qarah Village, waar ze haar later diezelfde dag arresteerden.
“De Iraanse regering heeft opnieuw haar ware gezicht laten zien,” zegt Simin Fahandej, vertegenwoordiger van de Baha’i International Community (BIC) bij de Verenigde Naties in Genève. “Twee dagen voordat de Verenigde Naties de mensenrechtensituatie in Iran beoordelen, begaat het land opnieuw een zinloze daad tegen vrouwen die volkomen onschuldig zijn. Hun zogenaamde ‘misdaad’ was om hun lokale gemeenschappen te dienen, en nu heeft de Iraanse regering hen opgepakt tijdens gewelddadige huiszoekingen.”
Onlangs hebben achttien mensenrechtenexperts van de Verenigde Naties en de BIC een rapport gepubliceerd over de intersectionele vervolging waarmee bahá’í-vrouwen in Iran te maken krijgen, vanwege zowel hun geloof als hun geslacht. Het incident van gisteren is een laatste voorbeeld van deze afschuwelijke trend.
De BIC veroordeelt deze arrestaties, die deel uitmaken van een systematische en escalerende campagne van vervolging tegen de grootste niet-islamitische religieuze minderheid van Iran.
Het incident van vandaag vindt plaats slechts twee dagen voor de Universal Periodic Review (UPR) van Iran bij de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties in Genève, waar naar verwachting de systematische vervolging van de bahá’ís door het land onder de loep zal worden genomen.
De BIC dringt er bij de internationale gemeenschap op aan om de UPR te gebruiken om Iran op te roepen om:
- Een einde te maken aan discriminatie tegen bahá’ís op alle gebieden van het leven, inclusief onderwijs en werkgelegenheid;
- Vrijheid van godsdienst en geloof te respecteren;
- Door de staat geïnitieerde vervolging, arrestaties en inbeslagname van eigendommen te staken;
- Te stoppen met het verspreiden van haatpropaganda tegen de bahá’ís;
- In beslag genomen eigendommen te herstellen en gerechtigheid te garanderen voor de getroffen personen.
De arrestaties waren gericht tegen Roya Azadkhosh, Shourangiz Bahamin, Nasrin Khademi, Maryam Khorsandi, Boshra Motahhar, Mojgan Pourshafi, Firouzeh Rastinejad, Sanaz Rasteh, Azita Rezvanikhah, Farkhondeh Rezvanpey en Sara Shakib.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met:
- Bani Dugal, Principal Representative, New York, bdugal@bic.org, +19143293020 (English)
- Simin Fahandej, Representative, Geneva, sfahandej@bic.org, +41788800759 (English & Persian)
- Karlijn van der Voort, Woordvoerder Nederlandse Bahá’í-gemeenschap, Den Haag, karlijn.vandervoort@bahai.nl, 06 41044872 (Nederlands & Engels)
