Egypte moet verantwoording afleggen voor vervolging bahá’ís bij komende VN-mensenrechtenbeoordeling
DEN HAAG, 27 januari 2025 – De Bahá’í International Community (BIC) dringt er bij de lidstaten van de Verenigde Naties op aan om Egypte verantwoordelijk te houden voor de systematische vervolging van de Egyptische Bahá’í-gemeenschap tijdens de komende Universal Periodic Review (UPR) van de VN-Mensenrechtenraad in Genève, die gepland staat voor 28 januari.
De Bahá’í International Community dringt er bij de VN-lidstaten op aan om Egypte tijdens de Universal Periodic Review van de VN-Mensenrechtenraad op 28 januari ter verantwoording te roepen voor de systematische vervolging van de Egyptische Bahá’í-gemeenschap.
De Egyptische regering heeft geen gevolg gegeven aan de aanbevelingen van haar vorige UPR-cyclus, vier jaar geleden, met betrekking tot de vrijheid van godsdienst en de rechten van de bahá’ís. In plaats daarvan is de vervolging van de bahá’ís door de staat niet alleen blijven voortduren, maar zelfs verergerd, waardoor de veiligheid van de gemeenschap wordt bedreigd, haar leden elementaire burgerrechten worden ontzegd en de beginselen van non-discriminatie, gelijkheid en menselijke waardigheid, zoals vastgelegd in het internationaal recht, worden ondermijnd.
De komende UPR, waarin Egypte zal worden geëvalueerd, biedt een uitgelezen kans voor de lidstaten om de staat van dienst van Egypte op het gebied van mensenrechten onder de loep te nemen en op te roepen tot het beëindigen van discriminerende praktijken die gericht zijn tegen de Egyptische Bahá’í-gemeenschap door directe en duidelijke aanbevelingen over deze kwestie te doen.
De Bahá’í-gemeenschap in Egypte gaat terug tot 1868. Egyptische bahá’ís zijn loyale burgers die ernaar streven om vreedzaam in hun land te leven, als volwaardige burgers die hun land en mede-Egyptenaren dienen.
“Talloze Egyptische instellingen werken samen om het bestaan van de bahá’ís in het normale leven onhoudbaar te maken, zowel individueel en ook als gemeenschap, niet in de laatste plaats door hen de toegang tot hun fundamentele burgerrechten in het land te ontzeggen,” zegt Saba Haddad, BIC-vertegenwoordiger bij de Verenigde Naties in Genève.
“Het op deze manier aanvallen van bahá’ís en de bahá’í-gemeenschap ontkent bahá’ís hun fundamentele mensenrechten. Het bedreigt ook hun vrijheid van godsdienst, de beoefening van de grondbeginselen van hun geloof en het recht om een normaal, waardig leven te leiden met hun families en om op gelijke voet met anderen in hun levensonderhoud te voorzien.”
“Gedurende vele jaren heeft de Bahá’í-gemeenschap in Egypte, evenals de Bahá’í International Community, de Egyptische autoriteiten de hand gereikt om ervoor te zorgen dat de rechten van de Egyptische bahá’ís worden hersteld en om mogelijke misverstanden aan te pakken,” voegde dr. Haddad eraan toe. “Verschillende functionarissen en diplomaten hebben de verzekering gegeven dat ze eraan werken om de situatie recht te zetten – maar deze beloften hebben geen enkel resultaat opgeleverd en de situatie is alleen maar erger geworden.”
In een persbericht van 20 november 2024 beschrijft de BIC de ingrijpende gevolgen van deze decennialange vervolging voor de Egyptische Bahá’í-gemeenschap. Deze kwesties omvatten discriminatie op basis van geloof met gevolgen voor het recht op staatsburgerschap en verblijf, waardoor gezinnen uit elkaar worden gerukt en gedwongen worden te scheiden; weigering om bahá’í-huwelijken te erkennen, waardoor aanzienlijke civiele problemen ontstaan; ontkenning van het fundamentele recht van de bahá’í-gemeenschap om hun geloof vrij te belijden; discriminatie waardoor bahá’ís geen toegang hebben tot onderwijs en beroepsmogelijkheden; en druk om zich af te zonderen van bahá’í-vrienden en -collega’s, waardoor de sociale en economische instabiliteit binnen de gemeenschap wordt verergerd.
Nu de UPR-zitting van Egypte voor de deur staat, roept de Bahá’í International Community de lidstaten op om resoluut actie te ondernemen, waarbij de internationale gemeenschap wordt aangespoord om de volgende acties aan te bevelen aan de Egyptische regering:
- De bahá’ís toestaan om hun religie vrij te manifesteren en te beoefenen, alleen en in gemeenschap met anderen.
- Een officiële entiteit aanstellen om huwelijks- en echtscheidingscontracten te voltrekken voor iedereen die een (-) als religie op zijn identiteitskaart heeft staan. Deze entiteit zou ook de kwesties van het recht inzake persoonlijke status in het algemeen (zoals huwelijk, echtscheiding en erfenis) voor de bahá’ís proberen op te lossen.
- De namen van de bahá’ís verwijderen van de controlelijsten die gebruikt worden bij aankomst op luchthavens (Egyptenaren of anderszins).
- De bahá’í-gemeenschap zo nodig grond geven om te begraven in de verschillende gouvernementen.
“De leidende rol van Egypte in de regio en de groeiende internationale betrekkingen van het land maken het alleen maar passend dat het land het goede voorbeeld geeft op het gebied van mensenrechten door iets te doen aan de smet op zijn staat van dienst als gevolg van de vervolging van de Egyptische Bahá’í-gemeenschap,” zegt dr. Haddad. “Het vrijlaten van de bahá’ís om hun leven te leiden kan een belangrijke stap in deze richting zijn en zou aansluiten bij de positieve ontwikkelingen die meer in het algemeen plaatsvinden in de Arabische regio, waar veel landen zich bewegen in de richting van het bevorderen van de waarden van co-existentie en burgerschap, waarbij echte positieve stappen worden genomen die lof en waardering verdienen.”
“De Bahá’í International Community roept alle lidstaten op om de komende UPR-sessie te gebruiken als platform om Egypte ter verantwoording te roepen voor zijn mensenrechtenschendingen en om op te komen voor de rechten en waardigheid van de Egyptische Bahá’í-gemeenschap”, voegt ze toe.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met
- Bani Dugal, Principal Representative, New York, bdugal@bic.org, +19143293020 (Engels)
- Saba Haddad, Representative, Geneva, shaddad@bic.org, +41783082219 (Engels en Arabisch)
- Karlijn van der Voort, Den Haag, Woordvoerder Nederlandse Bahá’í-gemeenschap, karlijn.vandervoort@bahai.nl, 06 41044872 (Nederlands en Engels)