VN-lidstaten dringen er bij Egypte op aan de vrijheid van godsdienst en geloof te respecteren tijdens de Universal Periodic Review, terwijl de vervolging van bahá’ís toeneemt

Klik hier voor Arabische vertaling

DEN HAAG, 30 januari 2025 – De Bahá’í International Community (BIC) verwelkomt de Universal Periodic Review (UPR) van deze week bij de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties in Genève, waar de Egyptische autoriteiten verantwoordelijk werden gehouden voor het systematische misbruik van de rechten van religieuze en andere minderheden in Egypte, waaronder de Egyptische Bahá’í-gemeenschap.

De VN-Mensenrechtenraad hield deze week zijn UPR van de mensenrechtensituatie in Egypte, waarbij zorgen werden geuit over de vrijheid van godsdienst of geloof.

In een persbericht van 20 november 2024 beschrijft de BIC de ingrijpende gevolgen van deze decennialange vervolging voor de Egyptische Bahá’í-gemeenschap. Deze kwesties omvatten discriminatie op basis van geloof met gevolgen voor het recht op staatsburgerschap en verblijf, waardoor families uit elkaar worden gerukt en gedwongen worden te scheiden; de weigering om bahá’í-huwelijken te erkennen, waardoor aanzienlijke civiele problemen ontstaan; de ontkenning van het fundamentele recht van de bahá’í-gemeenschap om hun geloof vrij te belijden; de ontzegging van goedkeuring voor land voor een begraafplaats; discriminatie waardoor bahá’ís geen toegang hebben tot onderwijs en beroepsmogelijkheden; en druk op Egyptenaren om zich te distantiëren van bahá’í-vrienden en collega’s, waardoor de sociale en economische instabiliteit binnen de gemeenschap verergert.

De Egyptische regering heeft geen gevolg gegeven aan de aanbevelingen van haar vorige UPR-cyclus, vier jaar geleden, met betrekking tot de vrijheid van godsdienst en overtuiging en de rechten van de bahá’ís. De vervolging van bahá’ís is niet alleen blijven voortduren, maar zelfs verergerd, waardoor de veiligheid van de gemeenschap wordt bedreigd, haar leden elementaire burgerrechten worden ontzegd en de beginselen van non-discriminatie, gelijkheid en menselijke waardigheid, zoals vastgelegd in het internationaal recht, worden ondermijnd.

In deze laatste UPR-evaluatie hebben verschillende VN-lidstaten er opnieuw bij de Egyptische autoriteiten op aangedrongen om het recht op vrijheid van godsdienst of overtuiging voor hun burgers te respecteren.

“Al tientallen jaren worden de bahá’ís in de ogen van de Egyptische staat niet erkend, ondanks wat er staat in de grondwet, het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten en het Afrikaans Handvest voor de Rechten van Mensen en Volkeren, die bindend zijn voor Egypte,” zegt Amr Magdi van Human Rights Watch, eraan toevoegend dat ”bahá’ís in Egypte niet alleen worden beroofd van het praktiseren van hun religie, het begraven van hun familieleden en het trouwen volgens hun religie – ze worden beroofd van de erkenning dat ze bestaan.”

“Als de bahá’ís vrij zijn  om hun leven te leiden met volledige burgerschapsrechten zou Egypte beter op één lijn komen met de positieve ontwikkelingen die meer in het algemeen plaatsvinden in de Arabische regio,” zegt dr. Saba Haddad, BIC-vertegenwoordiger bij de Verenigde Naties in Genève, ”waar veel landen stappen zetten in de richting van het bevorderen van de waarden van co-existentie en burgerschap, door echte en positieve stappen te nemen die lof en waardering verdienen.”

“De leidende rol van Egypte in de regio betekent dat het land het goede voorbeeld zou moeten geven op het gebied van mensenrechten: door zichzelf te zuiveren van de smet van zijn vervolging van de Egyptische Bahá’í-gemeenschap,” voegt dr. Haddad eraan toe. “Toch zien we dat verschillende entiteiten in de Egyptische regering samenwerken om een normaal leven voor bahá’ís in het land onmogelijk te maken door hen systematisch hun fundamentele burgerrechten te ontnemen.”

Nu de UPR-zitting van Egypte is afgerond en de Egyptische regering naar verwachting in maart 2025 zal reageren op de aanbevelingen van de lidstaten, roept de Bahá’í International Community de Egyptische autoriteiten op om een einde te maken aan de discriminatie en vervolging van Egyptische bahá’ís door ministeries en veiligheidsdiensten.

“De Egyptische Bahá’í-gemeenschap is al meer dan 150 jaar een integraal onderdeel van het weefsel van de Egyptische samenleving en verdient het om dezelfde rechten te krijgen als alle Egyptische burgers. Nu is het tijd voor de regering om te handelen,” zegt dr. Haddad.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met:

  • Bani Dugal, hoofdvertegenwoordiger, New York, bdugal@bic.org, +19143293020 (Engels)
  • Saba Haddad, Vertegenwoordiger, Genève, shaddad@bic.org, +41783082219 (Engels & Arabisch)
  • Karlijn van der Voort, Woordvoerder Nederlandse Bahá’í-gemeenschap, karlijn.vandervoort@bahai.nl, 06 41044872 (Nederlands & Engels).

Bron: https://www.bic.org/news/amid-worsening-persecution-bahais-un-member-states-urge-egypt-respect-freedom-religion-or-belief-during-human-rights-review