Judiciële autoriteiten van Isfahan nemen bezittingen van bahá’ís in beslag of confisceren deze

Perzische vertaling

DEN HAAG, 15 oktober 2025 – Drie gerechtelijke functionarissen in de provincie Isfahan, Iran, hebben inbeslagnamebevelen uitgevaardigd tegen verschillende lokale bahá’ís, die hierdoor worden geconfronteerd met het dreigende en catastrofale verlies van productiemiddelen, waaronder een pistachenotenplantage. Opperrechter Asadollah Jafari van Isfahan, rechter Morteza Barati en Mehdi Bagheri hebben in het verleden anti-bahá’í-uitspraken gedaan en twee van hen vallen onder sancties van de Europese Unie vanwege mensenrechtenschendingen.

“Burgers beroven van hun middelen van bestaan, waarvoor ze tientallen jaren hebben gewerkt, puur vanwege hun geloof, is ronduit staatsdiefstal”, aldus Simin Fahandej, vertegenwoordiger van de Bahá’í International Community bij de Verenigde Naties in Genève. “Dat een regering zich toestaat om op onrechtmatige wijze middelen van bestaan ​​van individuen af ​​te pakken vanwege hun geloof, is in wezen hen beroven. Daarbij komt nog de bredere economische druk waarmee alle Iraniërs te maken hebben, waardoor dit niets minder is dan een poging om de hele bahá’í-gemeenschap te af te knellen en te verarmen, waardoor ze zelfs de basisbehoeften van het leven ontberen.”

Het inroepen van artikel 49 van de Grondwet – dat de staat de bevoegdheid geeft om onrechtmatig verkregen eigendommen in beslag te nemen – om legitieme en productieve economische activa te confisqueren, zonder enig bewijs of een eerlijk proces, is een grove schending van de wet. In augustus meldde de BIC dat meer dan twintig andere bahá’ís, eveneens in Isfahan, op dezelfde manier al hun bezittingen dreigen te verliezen.

Het gebruik van artikel 49 door de rechterlijke macht van Isfahan legt de systematische campagne bloot om de bahá’í-gemeenschap te vervolgen door middel van onteigening en economische druk.

De laatste inbeslagnames werden bevolen door rechter Morteza Barati van de Revolutionaire Rechtbanken in Isfahan, die door de Europese Unie (EU) was gesanctioneerd vanwege zijn betrokkenheid bij mensenrechtenschendingen. Barati had eerder al verklaard dat hij van plan was alle bahá’ís in Isfahan van hun bezittingen te beroven en dreigde met: “Als de rechtbank [artikel 49] inroept, zullen we uw leven ruïneren.”

Een gerechtelijk ambtenaar, Mehdi Bagheri, is ook betrokken bij de lopende zaken. Gedurende meerdere maanden en bij meerdere gelegenheden heeft hij verschillende bahá’ís de toegang tot de opperrechter ontzegd, waardoor ze niet in beroep konden gaan tegen hun zaak. De heer Bagheri heeft ook herhaaldelijk beweerd dat “de perverse bahá’í-sekte voortkomt uit Groot-Brittannië en het zionisme” – belachelijke uitspraken die desalniettemin een vorm van haatzaaiende taal zijn die al tientallen jaren door de Islamitische Republiek tegen de bahá’ís wordt gepropageerd. Hij verklaarde verder dat er om deze reden “geen rechtvaardiging is voor bahá’ís om de opperrechter persoonlijk te ontmoeten.”

De opperrechter van Isfahan, Asadollah Jafari, is zelf ook door de EU gesanctioneerd wegens mensenrechtenschendingen. Hierdoor is de kans dat deze rechterlijke ambtenaren in de huidige inbeslagnamezaken gerechtigheid kunnen krijgen, aanzienlijk kleiner geworden.

Het gedrag van deze gerechtelijke functionarissen weerspiegelt een algemene cultuur van autonomie en straffeloosheid bij acties tegen bahá’ís. Deze cultuur wordt bevorderd door de leiding van de Islamitische Republiek en resulteert vaak in extreme vormen van onderdrukking en vervolging waarvoor niemand ter verantwoording wordt geroepen.

De BIC begrijpt dat de bahá’ís in Isfahan alle legitieme opties in het land aangrijpen om de inbeslagnames ongedaan te maken. De kantoren van de president, het Ministerie van Justitie en de Iraanse rechterlijke macht hebben verklaard dat ze de onregelmatigheden in deze zaken zullen onderzoeken. Er blijven echter zorgen bestaan ​​dat de rechtsgang in Isfahan willekeurig en ondoorzichtig verloopt, zonder een eerlijk proces, en dat advocaten van de bahá’ís bovendien de toegang tot dossiers of informatie wordt ontzegd.

Inbeslagnames op grond van artikel 49 worden bevolen door een speciale afdeling van de Revolutionaire Rechtbanken, die opereert onder het Uitvoerend Hoofdkwartier van Imam Khomeini’s Order (EIKO of Setad). Deze afdeling identificeert en confisqueert activa die illegaal zijn verkregen en geeft deze terug aan de rechtmatige eigenaren. Indien geen eigenaren worden geïdentificeerd, keren de eigendommen terug naar de staat, waarna ze via het EIKO-orgaan ter beschikking worden gesteld aan de persoon van de Opperste Leider. Dit betekent dat in beslag genomen bahá’í-activa worden doorgesluisd naar entiteiten die onder het directe gezag van de Opperste Leider staan.

Dezelfde rechterlijke macht in Isfahan heeft onlangs wrede en zware straffen opgelegd aan bahá’ís, buiten de artikel 49-zaken om. Zo zijn er gevangenisstraffen van in totaal 90 jaar opgelegd aan 10 bahá’í-vrouwen in de stad.

“De Iraanse autoriteiten hebben duidelijk gemaakt dat hun enige rechtvaardiging voor de vervolging van de bahá’ís in Iran, van arrestaties en gevangenschap tot economische verarming, hun geloof is, en niets meer”, aldus mevrouw Fahandej. “Hun ware bedoelingen zijn voor de wereld duidelijk. De geschiedenis zal ongetwijfeld een oordeel vellen over de wreedheid die de Iraanse Bahá’í-gemeenschap wordt aangedaan.”

“Maar het is vandaag dat deze daden moeten stoppen en dat bahá’ís als gelijkwaardige burgers moeten mogen leven en werken. De Iraanse regering, die verantwoordelijk is voor het welzijn van al haar burgers, moet de bahá’ís geruststellen dat hun levens en bezittingen beschermd zullen worden en dat alle bezittingen die op zo’n onterechte manier van de bahá’ís zijn afgenomen, moeten worden teruggegeven,” voegt ze eraan toe.

Achtergrond

Details over de getroffen bahá’ís – en de eigendommen die door de autoriteiten als doelwit zijn aangewezen – worden door BIC achtergehouden om hun veiligheid te beschermen in het kader van hun beroep tegen de inbeslagnamebevelen.

Bron: https://www.bic.org/news/isfahan-judiciary-seizes-and-confiscates-assets-bahais

Bahá’ís verwelkomen vrijlating Qatarese bahá’í Remy Rowhani

Arabische vertaling

DEN HAAG, 2 oktober 2025 — Remy Rowhani, een prominente bahá’í uit Qatar die in april werd gearresteerd en in augustus tot vijf jaar gevangenisstraf werd veroordeeld, is door een hof van beroep in Qatar vrijgesproken van de aanklachten tegen hem. De Bahá’í International Community (BIC) en de Nederlandse Bahá’í-gemeenschap zijn verheugd over dit nieuws en kijken uit naar zijn vrijlating.

Remy Rowhani, een prominente bahá’í uit Qatar die in augustus tot een gevangenisstraf van vijf jaar werd veroordeeld, is vrijgesproken

“We zijn verheugd dat Remy Rowhani, een vooraanstaande Qatarese bahá’í met een lange staat van dienst in eervolle openbare diensten, binnenkort uit de gevangenis zal worden vrijgelaten en dat de onterechte veroordelingen tegen hem zijn vernietigd”, aldus Saba Haddad, BIC-vertegenwoordiger bij de Verenigde Naties in Genève. “En we zijn opgelucht dat het Qatarese rechtssysteem de misverstanden van eerdere rechtszittingen heeft rechtgezet. Het recht heeft gezegevierd.”

Ook de Nederlandse Bahá’í-gemeenschap wil hierbij graag haar waardering uitspreken voor Zijne Hoogheid de Emir van Qatar en de rechterlijke macht van het land voor deze positieve ontwikkeling.

“De Arabische regio heeft de afgelopen jaren vooruitgang geboekt op het gebied van coëxistentie en diversiteit”, aldus dr. Haddad, “en de bahá’í-gemeenschappen in Qatar en de rest van de regio zijn loyale burgers die zich inzetten voor hun land. We hopen dat de vrijheid van Remy Rohani in de toekomst een teken is van meer van dergelijke vooruitgang in Qatar.”

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met:

  • Bani Dugal, Principal Representative, New York, uno-nyc@bic.org,  +19143293020
    (English)
  • Dr. Saba Haddad, Representative, Geneva, geneva@bic.org, +41783082219
    (English & Arabic)
  • Karlijn van der Voort, woordvoerder Nederlandse Bahá’í-gemeenschap, karlijn.vandervoort@bahai.nl, 0641044872

Bron: https://www.bic.org/news/bahais-welcome-acquittal-qatari-bahai-remy-rowhani

Zes bahá’í-vrouwen riskeren onmiddellijke gevangenisstraf in Iran

DEN HAAG, 18 september 2025 — Zes bahá’í-vrouwen in Hamadan, West-Iran – Zarrindokht Ahadzadeh, Farideh Ayyoubi, Noura Ayyoubi, Neda Mohebbi, Jaleh Rezaie en Atefeh Zahedi – zijn veroordeeld tot in totaal 39 jaar gevangenisstraf en riskeren onmiddellijke opsluiting, uitsluitend vanwege hun religieuze overtuiging. Twee van hen, Atefeh en Neda, zijn moeders van jonge kinderen.

Lees meer

Rapport van Secretaris-Generaal van de VN veroordeelt toenemende vervolging van bahá’ís in Iran

Klik hier voor Perzische vertaling

DEN HAAG, 15 september 2025 — In een rapport van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, António Guterres, wordt de vervolging van de bahá’ís in Iran beschouwd als een van de ernstigste mensenrechtenschendingen ter wereld, zo schrijft hij in zijn nieuwste wereldwijde rapport over intolerantie en geweld op basis van religie of levensovertuiging. Zijn erkenning onderstreept dat de vervolging van bahá’ís een langdurig en systematisch beleid van religieuze onderdrukking is dat dringend internationale aandacht vereist.

“Bahá’ís in de Islamitische Republiek Iran worden nog steeds geconfronteerd met willekeurige arrestaties, gevangenzettingen en beperkingen op de toegang tot onderwijs en levensonderhoud, uitsluitend vanwege hun religieuze overtuigingen”, aldus het rapport. “Autoriteiten beroepen zich stelselmatig op vage beschuldigingen zoals ‘het verspreiden van propaganda tegen het regime’ om vreedzame gemeenschapsactiviteiten te criminaliseren. De rechten van bahá’ís, waaronder het recht om hun religie of overtuiging te uiten, blijven ernstig beperkt.”

Het rapport van de Secretaris-Generaal heeft een bijzonder gewicht omdat het namens het gehele VN-systeem wordt uitgebracht en een consensus op het hoogste niveau van de internationale gemeenschap weerspiegelt. Het rapport bevestigt dat de vervolging van de bahá’ís door Iran stevig op de wereldwijde agenda staat, wat de herhaaldelijke ontkenningen van mensenrechtenschendingen door de Iraanse regering tijdens haar VN-bijeenkomsten ondermijnt. Het rapport vermeldt ook positieve acties in sommige landen, zoals Azerbeidzjan, met betrekking tot de registratie van religieuze minderheden, waaronder de bahá’í-gemeenschap.

“Dit is wederom een ​​krachtige erkenning, vanuit de hoogste echelons van de VN, dat de vervolging van de bahá’ís in Iran niet alleen voortduurt maar ook intensiveert”, aldus Simin Fahandej, vertegenwoordiger van de internationale bahá’í-gemeenschap bij de VN in Genève. “Het rapport van de Secretaris-Generaal sluit zich nu aan bij dat van de VN-onderzoeksmissie naar Iran, opeenvolgende speciale rapporteurs, Human Rights Watch, de Mensenrechtenraad en vele regeringen en organisaties wereldwijd, die allemaal deze door de staat aangestuurde campagne om een ​​hele gemeenschap uit de Iraanse samenleving te wissen, hebben veroordeeld.”

Het rapport van de Secretaris-Generaal draagt ​​bij aan de groeiende internationale verontwaardiging over de vervolging van bahá’ís in Iran. De VN-onderzoeksmissie rapporteerde bijvoorbeeld over de onevenredige vervolging van bahá’í-vrouwen sinds de opstand van 2022, terwijl een voormalig speciaal rapporteur voor Iran concludeerde dat de vervolging van bahá’ís met “genocidale intentie” is uitgevoerd. Achttien VN-experts brachten ook een gezamenlijke verklaring uit waarin ze aanvallen op bahá’í-vrouwen veroordeelden, en Human Rights Watch stelde vast dat de vervolging neerkomt op de “misdaad tegen de menselijkheid van vervolging“. De Boroumand Foundation documenteerde in haar rapport “Outsiders” “veelzijdig geweld” tegen bahá’ís in Iran, variërend van gevangenschap en onteigening tot sociale uitsluiting.

“Het bewijs is overweldigend en de wereldwijde gemeenschap spreekt met één stem om een ​​einde te maken aan de vervolging van de bahá’ís in Iran”, aldus mevrouw Fahandej. “De bahá’ís van Iran worden het doelwit van door de staat gesponsorde intimidatie, onteigening van hun bezittingen, haatdragende taal, willekeurige detenties en onterechte gevangenneming met lange gevangenisstraffen. Iran moet onmiddellijk gehoor geven aan de oproepen van de internationale gemeenschap en een einde maken aan de ernstige schendingen van fundamentele mensenrechten tegen de bahá’ís in het land.”

Voor mediaverzoeken kunt u contact opnemen met:

  • Karlijn van der Voort, woordvoerder Bahá’í-gemeenschap Nederland, Den Haag, karlijn.vandervoort@bahai.nl, 06 41044872 (Nederlands & Engels)
  • Simin Fahandej, UN Representative, Geneva, geneva@bic.org, +41-22-798 5400  (English & Farsi)
  • Bani Dugal, Principal Representative, New York, uno-nyc@bic.org,  +19143293020 (English)

Voor nieuws over de bahá’ís in Iran, volg op X: @karlijnvdvoort @BahaiNL @BahaiBIC_Rights and Instagram: @bahai_nl @bahaibic_rights

Bron: https://www.bic.org/news/un-secretary-generals-report-condemns-escalating-persecution-bahais-iran 

 

Perspective

Perspective | 70 years of UDHR: Have human rights mechanisms protected the Baha’i community in Iran?22 MAR 2019With the UN Human Rights Council holding its 40th session shortly after the Universal Declaration of Human Rights (UDHR) celebrated…

Statement

Statement on Iran to the 58th Session of the Human Rights Council18 MAR 2025Madam Vice President, A woman sits in a cemetery…

Een ernstige gerechtelijke dwaling: Qatar zet vooraanstaande bahá’í vijf jaar gevangen wegens religieuze discriminatie en ontkenning van de vrijheid van meningsuiting

Arabische vertaling

DEN HAAG, 19 augustus 2025 – De Bahá’í International Community (BIC) veroordeelt met klem het onrechtvaardige vonnis van een rechtbank in Doha, Qatar, waarin de vooraanstaande Qatarese bahá’í, Remy Rowhani, schuldig wordt bevonden aan misdaden die hij niet heeft begaan. De heer Rowhani, een gerespecteerd Qatarees staatsburger en prominent lid van de bahá’í-gemeenschap, heeft nu een gevangenisstraf van vijf jaar opgelegd gekregen, uitgesproken op 13 augustus 2025. Lees meer

Qatar: 5 jaar celstraf voor prominente bahá’í wegens valse beschuldigingen

Beëindig religieuze discriminatie; bescherm de rechten van minderheden

Arabische vertaling

DEN HAAG, 16 augustus 2025 – Een rechtbank in Doha heeft de voorzitter van de Nationale Geestelijke Raad van de Bahá’ís in Qatar op 13 augustus 2025 veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf, uitsluitend op basis van het uitoefenen van zijn recht op vrijheid van meningsuiting en godsdienst, aldus de Bahá’í International Community en Human Rights Watch vandaag. De Qatarese autoriteiten moeten de veroordeling dringend vernietigen en hem vrijlaten.

Lees meer

Inbeslagname per sms: meer dan twintig bahá’ís riskeren inbeslagname van eigendommen in Isfahan

Perzische vertaling

DEN HAAG, 14 augustus 2025 – Meer dan twintig bahá’ís in Isfahan worden geconfronteerd met de inbeslagname van hun huizen, bezittingen en zelfs voertuigen, enkel en alleen vanwege hun geloof. De autoriteiten in Isfahan beroepen zich op en misbruiken op grove wijze artikel 49 van de Iraanse grondwet – een bepaling die bedoeld is om illegaal verkregen eigendommen terug te vorderen – om wettige bezittingen in beslag te nemen, bankrekeningen te bevriezen en routinematige transacties van bahá’í-burgers te blokkeren, zonder bewijs, eerlijk proces of transparantie. Veel bahá’ís werden simpelweg per sms op de hoogte gebracht van deze inbeslagnames, buiten elke formele, wettelijke procedure om. Lees meer

Van het wereldtoneel naar een showproces, terwijl de Qatarese regering prominente bahá’ís op de korrel neemt

Discriminatie van bahá’ís in Egypte en Qatar staat centraal in nieuw rapport van Associated Press Lees meer

Internationale steun nodig om vrijlating te bewerkstelligen voor Qatarese bahá’í die onterecht vervolgd wordt

DEN HAAG, 19 juni 2025 – Het showproces tegen een onschuldige, prominente bahá’í uit Qatar, Remy Rowhani, zal deze week van start gaan, terwijl Human Rights Watch en twee vooraanstaande Britse mensenrechtenadvocaten de ongefundeerde beschuldigingen tegen de heer Rowhani veroordelen en oproepen tot zijn vrijlating. Lees meer

Prominente Qatarese bahá’í opnieuw gearresteerd in Doha op basis van valse beschuldigingen die voortkomen uit de vervolgingen in Iran

DEN HAAG, 8 mei 2025 – De Bahá’í International Community (BIC) is gealarmeerd door de recente arrestatie en aanhouding van de heer Remy Rowhani, een prominente bahá’í en gerespecteerd Qatarees staatsburger, in Doha op 28 april jl. Lees meer